Seizoenen, tijden van verschil
in wezen hebben zij gemeen
dat ze verwachting in zich dragen
van wat komt, en niet alleen
zichzelf zijn, maar de aanhef
voor hierna
het volgende.
Seizoenen zijn van rust noch duur
geen tijd om stil te staan
in te verblijven hier en heden
maar om door te gaan
vooruit te kijken in verwachting
van hierna
het volgende.
Het zijn is ledig, uitgehold
door wat nog komen gaat
het overheersende verlangen
dat geen ruimte laat
om te genieten
van vandaag
al in gedachten
bij hierna
het volgende
het vijfde seizoen.
Een nieuw jaar. Zowat voorjaar en de zomer kriebelt al. Niet zo moeilijk: vooruitkijken. De opgave is juist om daarin niet te ver te gaan, alléén maar vooruit te kijken, terwijl het hier en nu - ongemerkt en ongeleefd - aan je voorbij gaat. In gedachten steeds al verder zijn, elders, verlangend naar wat er nog niet is, naar waar je nog niet bent ... het vijfde seizoen.
Titelgedicht van Het vijfde seizoen (2007)