Maïs

Zwijgend staan ze
op hoge poten bij elkaar
in strakke percelen
formatie gesloten,
hun trotse halmen
ruisend als polderpalmen
boven de verborgen schat
in het liefdevolle golven
van verstrengelend blad
wiegt het nageslacht
rijpend
in vochtige kolven.

De één vindt hem gewoon bij het boerenmeubilair horen, de ander gaat er onnadenkend aan voorbij en weer een ander ergert zich aan zijn massale aanwezigheid. Alle drie doen ze de maïs daarmee tekort.

Home button