Lange tenen
in lauw water
staan ze
dicht gedromd
tegen de wind
hun zware groen gearmd
tot leunbehoevend lint
dat nochtans lijkt te zweven
boven ijldun blauw
een roerloos balanceren
op beschemerd steltenwoud.
Een gedicht bij het gelijknamige schilderij, maar vooral ook bij die echte mysterieuze omzoming van de Bonaireaanse lagune Lac: de bomen die daar op hun steltwortels in het ondiepe water en de diepe modder staan, ingeklemd tussen land en water, tussen zoet en zout. Ondoordringbaar, op het eerste gezicht. Op het tweede gezicht zijn er kronkelende kanalen en schemerige tunnels.
Thema:
Geplaatst op 26 februari 2014