Iedere meidoorn die vandaag
zijn zware parfum draagt
staat in mijn jeugd geplant
in diepe lagen
Vliegenbos
onder de dijk in Noord
de grote pauze, laatste bel
een eerste sigaret
nog kinderspel
maar later ook
de eerste zoen
mijn Vliegenbos
van toen.
Meidoornbloesem, dat is mei. En ook - nog steeds - het Vliegenbos, waar mijn middelbare school stond. Een noodgebouw aan de rand van het park in Amsterdam-Noord, genoemd naar W.H. Vliegen, sociaal-democratisch voorman uit de eerste helft van de 20e eeuw. Een werkgelegenheidsproject aan de buitenkant van de Nieuwendammerdijk, de vroegere zeewering langs het IJ, als buffer tussen de oude dijkhuisjes en de nieuwe industrie. Met Meidoorns dus, die er jaarlijks hun onmiskenbare geur verspreidden, een geur die voor altijd met 'daar en toen' verbonden zal zijn. Want zo werkt dat met geuren.
Uit de bundel: 'Het vijfde seizoen' (2007)