Volle schotels
roomwit
uit de bomenrijen springend
in de ochtendzon
intens verlicht
naar voren gestapt
ontsnapt
uit de gewoonheid
van het vlierbestaan.
Je kunt ze niet missen, rond 1 juni: de grote klodders gebroken wit van de vlier, brede bloeischermen die elke zonnestraal naar zich toe lijken te trekken. Het is moeilijk om je ogen er vanaf te houden. Overal komen ze tevoorschijn, overbuigend om zich te laten zien. En zoveel! Veel meer dan je dacht dat er zouden zijn. Ze stonden ze er al, natuurlijk, maar ze stonden vooral onopvallend te zijn. Nu mogen ze even schitteren. En dat doen ze. Met verve.
Uit: Het vijfde seizoen (2007)