Dikbil, een Belgische Witblauwe, met litteken van keizersnee

Een dikbil in de wei: België? Ja, op de grens van. Het is een gespierde meid die met haar tong de eetbare sprieten tussen de Scherpe boterbloemen vandaan trekt. Heel jong is ze niet meer, want ze heeft al gekalfd. Dat is bij een dikbil makkelijk te zien aan het litteken, het litteken van een keizersnee. Want ze kunnen hun jongen (bijna) niet langs natuurlijke weg ter wereld brengen, de dikbillen. Sommigen zijn erg verontwaardigd over. Tja, maar in de Verenigde Staten, bijvoorbeeld, komt een groot deel van de kindertjes óók zo ter wereld.
De dikbil, een variant van de Belgische Witblauwe, geeft niet veel melk. Net genoeg om haar kalf te voeden en dat doet ze ook. Zelf. Dat dan weer wel. Verder zijn er dus veel spieren, héél veel spieren. Een echte vleeskoe dus.