Omslagpunt
Vandaag hing de herfst al in de lucht
de zwaluw vloog net iets vermoeider
de berk liet langzaam, met een zucht
een blaadje los, niets groeit er
strekt begerig naar het licht
de top bereikt, het dal in zicht.
Nog juli pas maar onomkeerbaar
is de koersnaald omgericht.
Ergens in de loop van de zomer - hoogzomer nog - voel je het: dat er een overgang ophanden is. De herfst kondigt zich aan. Je kunt het nog niet zien, eerder ruiken en vooral voelen. Het zijn kleine, maar onmiskenbare signalen. Vaak in juli al, maar dit jaar - na het koude voorjaar en de zomer die van geen wijken wist toen die er eenmaal was - iets later: die kruidige bodemgeur, een vlaag vocht, dat ene vallende blad.
Het gedicht 'Omslagpunt' (Het vijfde seizoen, 2007) beschrijft zo'n moment.
Daar is het nog juli, maar bijna onmerkbaar is de herfst toch al naderbij geslopen. Die laat zich nog niet zien, maar het is alsof hij schuilt in het struikgewas, loerend op zijn kans om het verval in te zetten.
Het is stil.
Een stilte voor de storm.