Onmogelijke liefde
Het fluitenkruid sluit
haar fijnkanten bruidskleed
rond een rimpelige stam,
vergankelijke hoogtij
om oud, bijna eeuwig hout
al ten dode geschreven
ze weten het, allebei
en zwijgen
in liefhebbende armen
dansen, wang tegen wang
naar het einde, onvermijdelijk,
blijven onafscheidelijk
zolang het kan.
Aandoenlijke taferelen in bossen en wegbermen: fluitenkruid dat zich liefdevol om de oude barse stammen sluit. Je zou ze meer tijd gunnen, samen, dat prille geluk. Maar het kan niet, even snel als het opbloeide zal het ook weer voorbij zijn. Het onstuimige leven in het fluitenkruid brandt op, de vergelende stengels leunen vergeefs tegen hun onverwoestbare liefde voor ze definitief vallen. En de stammen blijven alleen achter, alweer.