Zestig
Zestig is van hippie-jaren
Beatles, na-bezorgde zus
de HBS en lange haren
fietsen, brommer, NACO-bus.
Zestig is wat er aan tellen
iedere minuut verdwijnt
en zestig ieder uur; het snellen
van een volle boemeltrein.
Zestig is van witte was, de
peertjes voor een schemerlamp
de diepte van een keukenkastje,
zoveel doden is een ramp.
Zestig is een indoor-sprint
de slag van slaperige harten
bloeddrukmeting bij een kind
en triple-twintig bij het darten.
Zestig is bejaardensport en
dik verlies bij basketbal
een borreluurtje kan niet korter,
vijf dozijnen, rond getal ....
... niets méér dan dat: een rond getal
dat mij niet meer verandren zal
mijn oude-ik kan ik wel blijven:
zijn en kijken, zien en schrijven,
haar al jaren dun genoeg
de plooien al voorgoed geploegd
mijn oude-ik kan ik wel blijven
om het oud-zijn te bedrijven,
oud-zijn zoals ik me voel
gemiddeld zestig: ik bedoel
soms jong, soms ouder - goed gespreid
mijn oude ik heeft álle tijd:
de tijd die kwam, die is en was,
de nieuwe tijd komt morgen pas;
hoe lang nog? Geen idee. Ik vestig
nu het oog op één-en-zestig.
Deze week word ik zestig. Kroonjaren - of het nu gaat om leeftijd, huwelijk, bedrijf of dispuut - ordenen de tijd, het leven. Ook al zijn ze voorbijgaande punten op een doorgaande lijn. Moet dat gevierd worden? Toch wel, als ze in vrede en gezondheid worden bereikt. Er was feest, muziek, woorden, een lied. En van mijn kant een gelegenheidsgedicht: 'Zestig'.